Over Cidar

De V.Z.W. Jongerencentrum Cidar richt hulpverlening in aan jongeren en hun gezinnen.

De hulpverlening is verspreid over drie initiatieven:

  • het Onthaal-, Oriëntatie-, en Observatiecentrum Cidar (OOOC)
  • NAFT (Naadloze Flexibele Trajecten) "Koïnoor"
  • de dienst voor intensieve contextbegeleiding "De Vuurvogel"

​Historiek

V.Z.W. Centrum voor Interdisciplinaire Antropologische Research werd op 28 februari 1967 opgericht onder impuls van wijlen prof. René Dellaert, psychiater en tevens verbonden aan de School voor Criminologie aan de K.U.L. De oprichters van C.I.D.A.R. wilden de menswetenschappen tot een synthese brengen, om ze in concrete initiatieven opnieuw dienstbaar te maken aan de mens. De oprichting van een Medisch Psychologisch Centrum (observatiecentrum) in de Jeugdbescherming was een eerste concreet initiatief, dat van start ging in de loop van mei 1967. Aanvankelijk was het centrum gevestigd te Zelem. Vanaf 1971 wordt het centrum gevestigd te Erp- Kwerps. In de loop van 1976 richtten enkele medewerkers van Cidar het O.B.C. Ter Wende op.

Vanaf 1981 wordt in het observatiecentrum een experimentele ambulante werking opgezet, waarin "observatie " en "begeleiding" in mekaar overvloeien. Vanaf 1/9/1982 wordt het observatiecentrum gemachtigd ook ambulante observaties door te voeren, op basis van een conventie, afgesloten met de Minister van Welzijn en Gezin. De ambulante begeleidingen worden van dan af uitgevoerd door personeelsleden in het Derde Arbeidscircuit. Deze gezinsbegeleidingsdienst wordt in 1990 erkend als thuisbegeleidingsdienst, weliswaar onder beheer van een daartoe opgericht V.Z.W.: V.Z.W. Radar.

In 1983 wordt de V.Z.W. C.I.D.A.R. opgeheven, en wordt er een nieuwe V.Z.W. opgericht: Jongerencentrum Cidar. Deze V.Z.W. neemt het beheer van het observatiecentrum over. In 1995 verandert de erkenning van het "observatiecentrum", in een erkenning als "onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum" in de Bijzondere Jeugdzorg. De capaciteit van het centrum stijgt per 1 januari 1995 van 12 naar 16. Deze erkenning blijft van kracht tot 1/1/2014, datum waarop het O.O.O.C. overstapt in het Modulair Kader. Het O.O.O.C. beschikt dan over 9 modules verblijf en 19 modules diagnostiek. Het centrum reserveert in het Modulair Kader 1 residentiële plaats en 1 "ambulante" plaats voor verwijzingen door het Crisismeldpunt Integrale Jeugdhulp. Per 1 april 2019 wordt dit crisisaanbod uitgebreid met 7 crisisbegeleidingen op jaarbasis.

Vanaf einde 80-er jaren wordt in het centrum veel aandacht besteed aan de onderwijssituatie van opgenomen jongeren. Hier rond worden verschillende initiatieven genomen:

Van 1987 tot 1991 wordt samengewerkt met een Centrum voor Deeltijds onderwijs (het Miniemeninstituut te Leuven). Als vorm van "deeltijds werken" wordt dan een nieuw initiatief genomen: er wordt met de jongeren een tijdschrift aangemaakt, RADICK. Van 1991 tot 2001 wordt in het centrum een eigen onderwijsvorm ontwikkeld, die als vorm van "huisonderwijs" door het Ministerie van Onderwijs erkend wordt. RADICK wordt in deze onderwijsvorm geïntegreerd. Vanaf 2001 wordt het "huisonderwijs" als onderwijsvorm omgebouwd tot een Time-outproject dat via een co-financiering tussen Welzijn en Onderwijs, gesubsidieerd wordt. Dit is de start van Koïnoor, als inhoudelijk autonome werking, gericht op jongeren die dreigen uit hun school gesloten te worden. Koïnoor werkt op verwijzing van CLB's. De werking van Koïnoor wordt onafhankelijk van de werking van het O.O.O.C. maar blijft onder het beheer van V.Z.W. Jongerencentrum Cidar. Vanaf 1 september 2016 is Koïnoor erkend als dienst voor Naadloze en Flexibele Trajecten (NAFT). Koïnoor ontwikkelt dit aanbod in een netwerk met Arktos en groep Intro tot 31 augusus 2019, vanaf 1 september maakt ook Profo deel uit van het netwerk.

In dezelfde periode worden in het observatiecentrum, met de residentieel opgenomen jongeren verschillende experimenten opgezet omtrent werken met beeldmateriaal. Die ervaringen leiden tot samenwerkingen met beeldende kunstenaars. Op 18 november 1994 wordt hierover een colloquium gehouden aan de V.U.B. : "De schone slaapster. Prins Kunst als Knecht?".

In 2000 ontstaat vanuit het onthaal-, oriëntaitie- en observatiecentrum een nieuw project, gericht op de begeleiding van jongeren die uit uiteenlopende hulpverleningsvormen geweerd worden: De Vuurvogel. Aanvankelijk wordt dit project als pedagogisch project erkend, om uiteindelijk per 1 januari 2013 als dienst voor intensieve contextbegeleiding zijn werking verder te zetten. Sinds 2009 neemt De Vuurvogel actieve engagementen in de begeleiding van jongeren met het statuut Knelpuntdossier/ Intersectoraal Prioritair Toe te Wijzen Hulpvraag.

In 2006 werkt het Jongerencentrum Cidar actief mee aan de inrichting van het provinciaal Netwerk Leerrecht te Leuven. Dit netwerk laat zich in met de situatie van leerplichtige jongeren die niet langer in verbinding staan met één of andere school. De werking van het provinciaal Netwerk Leerrecht werd in de werking van Koïnoor geïntegreerd vanaf 1 september 2018.

In 2000 ontstaat vanuit het onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum een nieuw project, gericht op de begeleiding van jongeren die uit uiteenlopende hulpverleningsvormen geweerd worden: De Vuurvogel.Aanvankelijk wordt dit project als pedagogisch project erkend, om uiteindelijk per 1 januari 2013 als dienst voor intensieve contextbegeleiding zijn werking verder te zetten. Vanaf 2009 neemt De Vuurvogel actieve engagementen in de begeleiding van jongeren met het statuut Knelpuntdossier/ Intersectoraal Prioritair Toe te Wijzen Hulpvraag. Vanaf 2012 worden deze dossiers als "fase-3"-dossiers omschreven: dossiers die omwille van hun complexiteit niet verwezen kunnen worden vanuit de Intersectorale Toegangspoort, tenzij met bijkomende middelen en een aangepast intersectoraal handelingsplan. Op 1 maart 2016 gaan de Intersectorale Zorgnetwerken van start. Ook deze zorgnetwerken werden opgericht om jongeren op te vangen die tussen de mazen van het hulpverleningsnet vallen. De Vuurvogel neemt van bij de start van het netwerk hierin een actief engagement op. Van bij het ontstaan van de Vuurvogel hebben we een engagement willen nemen op de uitstroom van de gemeenschapsinstellingen. Sinds 2014 is De Vuurvogel partner met De Hutten (in de Nieuwe Perspectieven voor de Toekomst (NPT), een specifiek programma dat gericht is op de uitstroom van recidiverende jongeren. Per 1 september 2019 werd De vuurvogel erkend om "delictgerichte contextbegeleidingen" uit te voeren.